Veilig autorijden bij gladheid en sneeuw: 8 tips

1. Trek je winterjas uit

"Uit", lees je dat nu goed? Ja! Het liefst trek je met dit weer natuurlijk een zo dik mogelijke winterjas aan. Toch is dit in de auto niet altijd veilig. Je hebt minder bewegingsvrijheid en de gordel sluit minder goed aan op je lichaam. Heb je een jong kind dat meegaat in het kinderzitje? Doe dan ook zijn of haar winterjas uit.

2. Bereid je voor op file of pech

Als het glad is, dan is de kans op file, ongelukken of winterse autoproblemen groter. En langs de weg staan in de vrieskou is geen pretje! Neem dus extra spullen mee. Denk aan een fleecedeken, warme jas, handschoenen, een thermoskan met warme thee of koffie en eventueel wat te eten. Tip: zorg dat je bij pech niet te lang in de kou staat en zorg voor een goede pechhulpservice.

3. Maak de auto sneeuw- en ijsvrij

Bij dit weer is het niet alleen belangrijk om je autoruiten te ontdooien. Ook sneeuw verwijderen is heel belangrijk. Denk aan het dak, de motorkap, spiegels en deuren. Dit voorkomt dat jouw achterliggers onverwachts een pak sneeuw op hun voorruit krijgen. Lees ook onze do’s en don’ts over het ijsvrij maken van je autoruit.

4. Blijf rechts rijden

Probeer bij gladheid zo min mogelijk van baan te wisselen. Zo is de kans dat je controle over de auto verliest zo klein mogelijk. Moet je uitwijken of krijg je te maken met pech? Dan kun je zo snel mogelijk uitwijken naar de vluchtstrook. 

5. Gebruik de juiste autoverlichting

Let erop dat je goed zichtbaar bent als het sneeuwt. Veeg je lampen goed schoon en zet de verlichting van de auto aan. Als de sneeuw ervoor zorgt dat je slecht ziet, mag je het mistlicht aan de voorkant gebruiken. Is de sneeuwval zelfs zo heftig dat je minder dan 50 meter ziet? Dan is het verstandig om ook het mistachterlicht te gebruiken.
 

6. Houd je toerental laag

Rijd weg in de tweede versnelling om de kans op slippen te verkleinen. Heb je een automaat met sneeuwstand? Gebruik deze dan. Houd je toerental laag door eerder te schakelen naar een hogere versnelling. Hierdoor verminder je de kracht die op de wielen wordt uitgeoefend en heeft de auto meer grip.

7. Rem niet te snel

Probeer situaties te voorkomen waarin je plotseling moet remmen. Rijd rustig, houd afstand en laat het gas op tijd los. Moet je stoppen? Druk je rempedaal dan rustig en gecontroleerd in. Rem ook zeker niet in bochten! Rijd dus niet te snel de bocht in.

Noodstop? Trap rem én koppeling in

Moet je toch een noodstop maken en heeft je auto ABS (antiblokkeersysteem)? Rem dan niet pompend! Trap de rem én de koppeling in als je rijdt in een schakelauto. Het kan zijn dat het rempedaal gaat trillen. Dit komt door het antiblokkeersysteem en is niet erg. Laat de rem vooral niet los.

Heb je een wat oudere auto zonder ABS? Rem dan wél pompend. Herhaal meerdere keren het volgende: druk het rempedaal rustig in en laat het weer los. Hierdoor houdt de auto grip op de weg.

8. Voorkom slippen in de bocht

Op een gladde weg kan je auto gemakkelijker uit de bocht vliegen. Als de achterwielen wegglijden, heb je vaak te maken met overstuur. Stuur dan in de tegengestelde richting en geef steeds iets minder gas. Zo raakt je auto minder snel opnieuw in de slip. Bij onderstuur glijden de voorwielen van de auto juist weg. Geef dan veel minder gas, stuur heel geleidelijk in de richting waar je naartoe slipt en trap de koppeling in om grip terug te krijgen.

We helpen je graag!

Hopelijk ben jij met deze tips helemaal voorbereid! Krijg je toch te maken met autopech? Met onze pechhulp ben je goed verzekerd. Zowel buiten als binnen je eigen woonplaats. Wij werken samen met één van de grootste alarmcentrales in Europa, waardoor je altijd snel geholpen wordt. Neem hier contact op met onze pechhulpservice (24/7 bereikbaar).